Staatssecretaris Van Rij van Financiën heeft de uitkomsten van het vervolgonderzoek naar de fiscale bedrijfsopvolgingsregeling (BOR-regeling) naar de Tweede Kamer gestuurd. De uitkomsten van het vervolgonderzoek worden in hoofdlijnen besproken, alsmede de in de Voorjaarsnota 2023 voorgestelde aanpassingen in de BOR en de doorschuifregeling aanmerkelijk belang (DSR ab), V-N 2023/21.3.

In het vervolgonderzoek zijn tien onderzoeksvragen geformuleerd. Deze tien vragen worden in de reactie van Van Rij uitgebreid beantwoord, waarna wordt beschreven welke maatregel het kabinet voorstelt. Deze maatregelen sluit veelal aan bij de voorgestelde aanpassingen in de Voorjaarsnota 2023.

Door de aanpassingen in de vrijstellingspercentages en de vrijstellingsgrens verandert de belastingdruk bij verkrijging van een onderneming met toepassing van de BOR. In de bijlage bij de brief zijn rekenvoorbeelden hiervan opgenomen.

De staatssecretaris merkt op dat tot het wettelijk aanmerken van aan derden ter beschikking gestelde onroerende zaken als beleggingsvermogen in de BOR en de DSR ab al is besloten in de Miljoenennota 2023. De maatregel maakt deel uit van het Belastingplan 2024 met 1 januari 2024 als beoogde inwerkingtredingsdatum.

De wetstechnische uitwerking van de aanpassingen in de BOR en DSR ab loopt gespreid mee in het Belastingplan 2024 en het Belastingplan 2025. In de brief is een tabel opgenomen met de beoogde inwerkingtredingsdatum van iedere maatregel.

[Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Schenk- en erfbelasting

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 30 juni

79

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen