De Belastingdienst stelt hoger beroep in tegen een uitspraak van Rechtbank Noord-Nederland over een naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting. Naar aanleiding van een krantenartikel in het FD met als titel ‘Efteling voert loopgravenoorlog tegen 21% btw voor parkeren' besluit de Belastingdienst een behandelend raadsheer van Hof Arnhem-Leeuwarden (mr. Polak) te wraken.
De wrakingskamer van Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de uitlatingen van een raadsheer in een krantenartikel geen grond voor wraking opleveren. Mr. Polak heeft verklaard dat "(d)e fiscus zich altijd laat leiden door de belastingopbrengst (…). Als een dienst opgesplitst kan worden zodat die deels onder het gewone tarief in plaats van het verlaagde tarief valt, zal de Belastingdienst dat doen.". Volgens de wrakingskamer levert dit krantenartikel in de onderhavige zaak over de motorrijtuigenbelasting geen enkele aanwijzing op dat mr. Polak partijdig zou zijn. Ook het feit dat mr. Polak werkzaam is als belastingadviseur maakt niet dat zij vooringenomen is jegens de Belastingdienst of een andere procespartij. Mr. Polak kan niet verantwoordelijk worden gehouden voor het door de Belastingdienst ervaren suggestieve karakter van het krantenartikel. De fiscus heeft de juistheid erkend van de uitlating van mr. Polak, te weten dat als een door een ondernemer verrichte dienst opgesplitst kan worden zodat die deels onder het gewone tarief in plaats van het verlaagde tarief valt, de Belastingdienst dat zal doen. De eerste zin van de geciteerde uitlating van mr. Polak laat meer dan voldoende ruimte over voor de opvatting van de Belastingdienst dat het genereren van belastingopbrengsten niet doorslaggevend is voor de Belastingdienst in de uitvoering van zijn taken. De wrakingskamer wijst het wrakingsverzoek van de Belastingdienst af.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:15
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 14 december