Belanghebbende, X, sluit in 1989 een kapitaalverzekering met lijfrenteclausule bij A nv. De einddatum van de polis is 29 december 2012. De uitkering, van € 65.345, is bedoeld voor de aankoop van een lijfrente. X zet de aanspraak op een lijfrente echter niet vóór 31 december 2013 om in een andere toegestane lijfrente. Ook zijn op deze datum de lijfrentetermijnen nog niet vastgesteld. In 2015 maakt A nv € 32.936 over aan X. Het restant van € 33.979 houdt A nv in als LB/PVV. A nv draagt dit bedrag echter niet af aan de Belastingdienst. X is van mening dat hij het door A nv ingehouden bedrag van € 33.979 mag verrekenen als voorheffing.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X het bedrag van € 33.979 niet als LB/PVV mag verrekenen met de te betalen IB/PVV. Volgens het hof is de afkoopsom van € 65.345 namelijk niet aan te merken als loon, en is er dus ook geen sprake van een aan de LB/PVV-inhouding onderworpen inkomen. A nv is ter zake van de afkoopsom ook niet inhoudingsplichtig, zodat het bedrag van € 33.979 niet kan worden aangemerkt als geheven loonheffing in de zin van art. 27 lid 1 Wet LB 1964.
Wetsartikelen:
Wet op de loonbelasting 1964 27
Wet inkomstenbelasting 2001 9.2
Algemene wet inzake rijksbelastingen 15
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Loonbelasting
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 14 december