De Hoge Raad geeft richtlijnen voor de beoordeling of een ruimte tot woning dient of volledig dienstbaar is aan woondoeleinden als bedoeld in art. 220a, tweede lid, Gemeentewet.

Belanghebbende, X, is een stichting die eigenaar is van drie panden, waarin woonvormen zijn gevestigd voor mensen met een verstandelijke beperking. Op de locaties worden de bewoners ondersteund bij het wonen en is er 24-uurszorg aanwezig. Er zijn personeelskamers en er is een slaapruimte voor de nachtwacht. De bewoners beschikken voor zichzelf over een afsluitbare kamer met zit- en slaapgedeelte en wasgelegenheid. Sommige kamers beschikken daarnaast over een douche, toilet en kookgelegenheid. In geschil is of voor de toepassing van de OZB sprake is van een woning of een niet-woning. Hof Arnhem beschouwt de panden als woning.

De Hoge Raad geeft richtlijnen voor de beoordeling of een ruimte tot woning dient of volledig dienstbaar is aan woondoeleinden als bedoeld in art. 220a, tweede lid, Gemeentewet. De afsluitbaarheid van een ruimte kan hiervoor een indicatie zijn, maar is – anders dan bij de objectafbakening van art. 16 Wet WOZ – niet doorslaggevend. Bij de bewonerskamers heeft het hof aan de hand van de aanwezigheid van zit-, slaap- en wasgedeelte geconcludeerd dat de woonfunctie overheerst. De Hoge Raad kan zich hierin vinden. Aan de woonfunctie doet niet af dat de vrijheid van de bewoners om al dan niet in de eigen kamers te verblijven wordt ingeperkt door de instelling of dat de medewerkers zich in bepaalde situaties toegang tot de kamers kunnen verschaffen. Op grond van het voorgaande heeft het hof terecht geoordeeld dat de bewonerskamers dienen tot woning of volledig dienstbaar zijn aan woondoeleinden. De beslissing van het hof dat hetzelfde geldt voor de gezamenlijke huiskamers, badkamers en tuinen is echter onvoldoende gemotiveerd. Met name heeft het hof geen oordeel gegeven over het medegebruik van de gezamenlijke huiskamers en badkamers door de medewerkers van X bv. Het verwijzingshof moet dit opnieuw beoordelen. Dit hof zal daarna kunnen beoordelen of elk van de drie panden voor ten minste 70% bestaat uit delen die dienen tot woning dan wel volledig dienstbaar zijn aan woondoeleinden.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hoge Raad

16

Gerelateerde artikelen