A-G Wattel is van mening dat de btw-relevante rechtsbetrekking de rechtsbetrekking tussen X bv en de ziekenhuizen is. X bv is geen 'vehikel' voor de zelfstandige praktijkuitoefening door de artsen, maar moet als uitzender worden beschouwd die de aan haar ondergeschikte artsen ‘exploiteert'.

Belanghebbende, X bv, is opgericht medio 2010. In het handelsregister waren haar activiteiten aanvankelijk omschreven als 'bemiddeling van buitenlands personeel'. Op enig moment is dit gewijzigd in 'het leveren van medische zorg door BIG geregistreerde artsen en medisch specialisten'. Diverse ziekenhuizen nemen de diensten van X bv af. In geschil is of X bv zich terecht beroept op de btw-vrijstelling voor medische diensten. Rechtbank Gelderland oordeelt dat X bv niet aannemelijk maakt dat haar prestaties iets anders inhouden dan het ter beschikking stellen van personeel. Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de werknemers juridisch ondergeschikt zijn aan X bv en dat zij hun werkzaamheden dus niet zelfstandig, maar door tussenkomst van X bv verrichten. De vrijstelling is daarom niet van toepassing (zie HvJ EU 12 maart 2015, nr. C-594/13, V-N 2015/17.11 en HR 13 juni 2014, nr. 12/02960, V-N 2014/30.13). De diensten van X bv concurreren met die van uitzendbureau's, die ook met btw belast zijn. X bv gaat in cassatie.

Advocaat-Generaal Wattel is van mening dat de btw-relevante rechtsbetrekking de rechtsbetrekking tussen X bv en de ziekenhuizen is. Dit strookt met het "go fair" Zeitarbeit arrest van het HvJ EU 12 maart 2015, nr. C-594/13, V-N 2015/17.11. X bv is geen 'vehikel' voor de zelfstandige praktijkuitoefening door de artsen, maar moet als uitzender worden beschouwd die de aan haar ondergeschikte artsen ‘exploiteert'. Reeds op grond daarvan staat vast dat haar diensten niet zijn vrijgesteld. De kwalificatie van de rechtsbetrekking tussen X bv en de ziekenhuizen is verweven met feitelijke beoordelingen en uitleg van contracten. De kwalificatie terbeschikkingstelling van medisch personeel is niet onbegrijpelijk of anderszins onvoldoende gemotiveerd. De A-G concludeert tot ongegrondverklaring van het beroep van X bv.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 11

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Hoge Raad (Advocaat-Generaal)

Editie: 4 maart

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen