Rechtbank Arnhem oordeelt dat er geen wettelijke bepaling of rechtsbeginsel is die belet dat de ontvanger de bestuurder van de bv nogmaals voor dezelfde belastingschuld aansprakelijk stelt, alsmede dat het recht tot invordering van de aanslag en daarmee de aansprakelijkheidsschuld nog niet is verjaard.

De heer X (belanghebbende) is bestuurder van een bv. Deze bv heeft onder verantwoordelijkheid en leiding van X onder meer geen c.q. te weinig privé-gebruik auto aangegeven en BTW op valse facturen als voorbelasting in aftrek gebracht. In geschil is of X door de ontvanger terecht aansprakelijk is gesteld voor de BTW-naheffingsaanslag die in 2004 aan de bv is opgelegd. De beschikking aansprakelijkstelling uit 2006 is door de rechter in juni 2011 vernietigd, omdat de bv niet in gebreke was, althans omdat de aansprakelijkstelling onredelijk prematuur was. De ontvanger laat het hier niet bij zitten en stuurt X in september 2011 alsnog een kennisgeving "voornemen aansprakelijk stellen voor vergrijpboete". Volgens X is de aanslag inmiddels verjaard en is de nieuwe aansprakelijkstelling dus niet meer mogelijk.Rechtbank Arnhem oordeelt dat er geen wettelijke bepaling of rechtsbeginsel is die belet dat de ontvanger X nogmaals voor dezelfde belastingschuld aansprakelijk stelt (zie HR 29 juni 2007, nr. 43074, V-N 2007/31.30). Aangezien in 2008 een dwangbevel voor de betreffende aanslag aan de bv is betekend, kan het recht tot invordering en daarmee ook de aansprakelijkheidsschuld van X pas in 2013 verjaren. Dit vloeit namelijk voort uit de tot 1 juli 2009 geldende tekst van art. 27 lid 1 Inv. 1990. Het beroep van X is ook voor het overige ongegrond.

 

Lees ook het thema Bestuurdersaansprakelijkheid.

 

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Rechtbank Arnhem

0

Gerelateerde artikelen