Rechtbank 's-Gravenhage oordeelt dat de verhoging van het tarief voor een parkeervergunning van € 96 naar € 156 niet onrechtmatig is. Van schending van het gelijkheidsbeginsel is evenmin sprake. X stelt dat autobezitters in zijn wijk extra worden belast terwijl andere vergelijkbare wijken worden ontzien. Volgens de rechtbank is er echter geen sprake van een ongerechtvaardigde ongelijke behandeling omdat niet zonder meer gesteld kan worden dat de situatie in de verschillende wijken gelijk is qua parkeerdruk.
X vraagt bij de gemeente Gouda een parkeervergunning (eerste bewonersvergunning) aan voor het jaar 2012. De heffingsambtenaar brengt hem hiervoor een bedrag van € 156 aan parkeerbelasting in rekening. Een jaar eerder bedroeg het tarief nog € 96. In geschil is of de tariefsverhoging onrechtmatig is.Rechtbank 's-Gravenhage oordeelt dat de verhoging van het tarief voor een parkeervergunning van € 96 naar € 156 niet leidt tot een onredelijke of willekeurige belastingheffing. De rechtbank verwerpt verder het beroep van X op het gelijkheidsbeginsel. X stelt dat autobezitters in zijn wijk extra worden belast terwijl andere vergelijkbare wijken worden ontzien. Volgens de rechtbank is er echter geen sprake van een ongerechtvaardigde ongelijke behandeling omdat niet zonder meer gesteld kan worden dat de situatie in de verschillende wijken gelijk is qua parkeerdruk. Voor zover wel sprake is van gelijke gevallen – bijvoorbeeld bij straten die over de grenzen van de door de gemeente aangewezen woongebieden heenlopen – dan heeft de gemeente de vrijheid om alleen in dat gedeelte van de straat parkeerbelasting te heffen dat in het aangewezen gebied is gelegen. Het beroep van X is ongegrond.

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Rechtbank 's-Gravenhage

Editie: 18 oktober

0

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen