Belanghebbende, X, krijgt over 2006 een navorderingsaanslag inkomstenbelasting opgelegd doordat zijn inkomen in box 1 en box 3 hoger is dan oorspronkelijk heeft aangegeven.
Rechtbank Noord Holland oordeelt dat X niet de vereiste aangifte heeft gedaan en niet aan de verzwaarde bewijslast heeft voldaan om overtuigend aan te tonen of en in hoeverre de uitspraak op bezwaar onjuist is. Het door de inspecteur vastgestelde belastbare bedrag berust op een redelijke schatting. Op grond van de bevindingen van de Belastingdienst/FIOD-ECD is aannemelijk geworden dat privé uitgaven in verband met het gebruik van een luxe auto door de echtgenote van X en van weer een andere luxe auto door de dochter van X ten onrechte zijn geboekt als ondernemingskosten. De voordelen dienen tot het belastbaar inkomen in box 1 te worden gerekend. Verder heeft X het saldo van een Spaanse bankrekening niet opgegeven en de waarde van twee woonhuizen in box 3 voor een te laag bedrag in zijn aangifte opgenomen. De rechtbank verklaart het beroep van X ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.2
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Noord-Holland