Belanghebbende, X, laat zijn gemachtigde hoger beroep instellen. De beroepstermijn eindigt op 27 januari 2012. De faxberichten waarmee hoger beroep wordt ingesteld, hebben als dagtekening zondag 29 januari 2012 en komen bij Hof Amsterdam binnen op 30 januari 2012. Ter zitting van het hof stelt de gemachtigde dat de beroepschriften op donderdag 26 januari 2012 ter post zijn bezorgd.
Hof Amsterdam oordeelt dat X te laat hoger beroep heeft ingesteld nu de faxberichten (waarvan zowel dagtekening als faxregel als datum 29 januari 2012 heeft) na het einde van de termijn (27 januari 2012) zijn binnengekomen. Dat de per fax verzonden beroepen per abuis de dagtekening 29 januari 2012 dragen, dat zij op 26 januari 2012 door de gemachtigde zouden zijn geschreven en getekend, dat deze brieven op die dag door de broer van de gemachtigde ter post zouden zijn bezorgd en dat X een kopie van de brieven op 29 januari 2012 zou hebben gefaxt omdat hij – gezien de, aldus de gemachtigde, onjuiste dagtekening – in de veronderstelling zou zijn dat de brieven nog niet verzonden waren, acht het hof niet aannemelijk. Een dergelijke gang van zaken strookt ook niet met de verklaring dat de hogerberoepschriften op 26 januari 2012 bij X thuis zijn opgesteld. In een dergelijk geval ligt het immers in de rede dat X ervan op de hoogte was dat de brieven - zoals gesteld - waren verzonden. Bovendien pleegt de indiening van een hogerberoepschrift door een gemachtigde in overleg met de betrokken belanghebbende plaats te vinden en mag verwacht worden dat een gemachtigde de belanghebbende over de indiening ervan informeert. Het hoger beroep is niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 6:9
Algemene wet bestuursrecht 6:7