Hof Amsterdam oordeelt dat X geen recht heeft op een integrale vergoeding van de proceskosten. De inspecteur kan geen verregaand onzorgvuldige proceshouding worden verweten.

Belanghebbende, X, is een fiscale eenheid voor de omzetbelasting. X exploiteert een bouw- en aannemingsbedrijf en sluit in 2003 een aanneemovereenkomst voor de bouw van een bedrijfsverzamelgebouw op een terrein dat de opdrachtgever van de gemeente in erfpacht zou krijgen. Als X is begonnen met de bouw en al veertien bouwtermijnen heeft gefactureerd, komt de opdrachtgever in financiële problemen en gaat uiteindelijk failliet. Hof 's-Gravenhage oordeelt dat X recht heeft op teruggaaf van omzetbelasting voor de onbetaald gebleven bouwtermijnen na het faillissement van de opdrachtgever. De Hoge Raad stemt hiermee in, maar verwijst de zaak wel aangezien het hof ten onrechte heeft overwogen dat de beslissing van de inspecteur om de teruggaaf te weigeren er een was ‘tegen beter weten in'. Verwijzingshof Amsterdam dient te onderzoeken of er niettemin grond is voor een integrale proceskostenvergoeding. Dit zou aan de orde kunnen zijn wanneer de inspecteur een verregaand onzorgvuldige proceshouding kan worden verweten.

Hof Amsterdam oordeelt na verwijzing dat X geen recht heeft op een integrale vergoeding van de proceskosten. X stelt dat de inspecteur verregaand onzorgvuldig heeft gehandeld door a) het van meet af aan en gedurende de gehele procedure halsstarrig vasthouden aan het verkeerde teruggaafverzoek, b) zijn gebrekkige kennis van het recht, c) zijn herhaalde weigering om X te horen en d) zijn vooringenomenheid. Het hof overweegt dat klacht a) feitelijke grondslag mist en klacht b) niet relevant is bij de beoordeling of de inspecteur verregaand onzorgvuldig heeft gehandeld. Dat de inspecteur in dit geschil, zijnde een zuivere rechtsvraag, X heeft meegedeeld dat een hoorgesprek hem vermoedelijk niet op andere gedachten zal brengen, is niet onzorgvuldig (klacht c). Dat de inspecteur halsstarrig heeft gehandeld (klacht d.) door na de beslissing van de Hoge Raad niet onverwijld teruggaaf te verlenen heeft geen gevolgen voor de proceskostenvergoeding voor de fase van beroep en hoger beroep omdat de gedraging pas na verwijzing heeft plaatsgevonden. Daarbij komt dat de inspecteur de teruggaaf na diverse gesprekken de teruggaaf wel heeft verleend.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Besluit proceskosten bestuursrecht 2-3

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 11 juni

11

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen