De gemachtige doet voor mevrouw X de ib/pvv-aangifte over 2009 met behulp van het door de Belastingdienst goedgekeurde programma UNIK. In deze aangifte staat dat X een in 2005 geboren kind heeft. Pas in de bezwaarfase krijgt X alsnog de hierbij passende hogere heffingskorting. In geschil is of de inspecteur terecht geen vergoeding aan X toekent voor de kosten die X in verband met de behandeling van het bezwaar heeft gemaakt. Rechtbank Arnhem stelt X in het gelijk. De inspecteur gaat in hoger beroep.
Hof Arhem oordeelt dat de inspecteur niet de normale zorgvuldigheid heeft betracht, aangezien in de aangifte staat vermeld dat zij een in 2005 geboren kind heeft. De inspecteur mag er niet zonder nader onderzoek vanuitgaan dat X niet aan de betreffende voorwaarden voldoet. Het doet er niet toe dat X mogelijk zou hebben nagelaten in haar aangifte tevens expliciet in de rubriek heffingskorting te vermelden dat zij een na 2002 geboren kind heeft. Dit was de inspecteur immers reeds uit anderen hoofde bekend. Het beroep van de inspecteur is ongegrond.