X exploiteert een watersportcentrum bestaande uit een caravanpark en jachthaven. X verhuurt tegen vergoeding 588 afgebakende percelen grond waarop de huurders mobiele bungalows/stacaravans kunnen plaatsen. De huurders hebben de mogelijkheid om een boot af te meren bij het door hen gehuurde perceel. In geschil is of voor de heffing van omzetbelasting de aanlegmogelijkheid moet worden beschouwd als een apart (met het hoge btw-tarief belast) van de verhuur van de caravanstandplaats te beschouwen prestatie.
Rechtbank Leeuwarden oordeelt dat de verhuur van een perceel grond in het caravanpark en de aanlegmogelijkheid voor een boot(je) voor de heffing van omzetbelasting een onsplitsbare met het lage btw-tarief belaste prestatie is. De afmeermogelijkheid gaat volgens de rechtbank op in de hoofdprestatie en is niet een afzonderlijke prestatie die met 19% btw belast kan worden. De rechtbank neemt hierbij in aanmerking dat slechts de helft van de huurders gebruik maakt van de afmeermogelijkheid en deze huurders hiervoor zelf de aanlegfaciliteiten regelen en dat de afmeermogelijkheid bovendien uitsluitend in combinatie met de verhuur van de grond mogelijk is. Conclusie is dat de afmeermogelijkheid een bijkomend element is dat dient om de hoofdprestatie, namelijk het gelegenheid geven tot kamperen voor korte duur, aantrekkelijker te maken. Het beroep van X is gegrond en de naheffingsaanslag omzetbelasting komt te vervallen.