X beschikt over een exploitatievergunning voor de exploitatie van een seksinrichting. X geeft prostituees tegen vergoeding voor een beperkte tijd (een halve of hele dag) de beschikking over een afsluitbare kamer. De kamers zijn ingericht om er prostitutiediensten in te verrichten. Voor zover de kamers niet aan de straat zijn gelegen, hebben de prostituees het recht op gebruik van de "vitrine". Voorts is er een gemeenschappelijke ruimte, waar doorgaans een frisdrankenautomaat aanwezig is. X is als vergunninghouder verplicht de veiligheid van prostituees en klanten te waarborgen. Zo mogen prostituees en/of klanten geen overlast veroorzaken en moeten prostituees 18 jaar en ouder zijn en over een geldige verblijftitel beschikken. X stelt primair dat de verhuur van kamers vrijgesteld is van btw. Voorts beroept X zich op het gelijkheidsbeginsel, aangezien voor hotelkamers het lage 6%-trief geldt.
Rechtbank 's-Gravenhage oordeelt dat het gelegenheid bieden om het beroep van prostituee legaal uit te oefenen in een beschermde omgeving het meest kenmerkende element van de prestaties is. De onderwerpelijke prestaties vertonen weliswaar kenmerken van verhuur, maar dat zijn niet de enige kenmerken. Aangezien de prestaties niet zijn te rangschikken onder één van de vrijstellingen of onder het verlaagde tarief, is het normale tarief van toepassing. X beroept zich ten onrechte op het gelijkheidsbeginsel. De hotelbranche stelt prostituees namelijk niet in de gelegenheid op legale wijze en in een beschermde omgeving hun beroep uit te oefenen. De beroepen van X zijn ongegrond.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Omzetbelasting
Instantie: Rechtbank 's-Gravenhage