Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de verhuurbemiddelingsovereenkomst, waarin het eigen gebruik van de recreatiewoning door X is gemaximeerd tot 90 dagen per kalenderjaar, aan de heffing van forensenbelasting in de weg staat. 

X is eigenaar van een recreatiewoning op Ameland zonder dat hij in de gemeente Ameland hoofdverblijf houdt. In geschil is of de heffingsambtenaar van de gemeente hem terecht een voorlopige aanslag forensenbelasting heeft opgelegd.

Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de verhuurbemiddelingsovereenkomst, waarin het eigen gebruik van de recreatiewoning door X is gemaximeerd tot 90 dagen per kalenderjaar, aan de heffing van forensenbelasting in de weg staat. X heeft de woning in 2011 ook daadwerkelijk niet meer dan 90 dagen voor zichzelf, dan wel voor zijn gezin, gebruikt. Dit brengt de rechtbank tot het oordeel dat sprake is van aan een derde toegekende rechten van verhuur als bedoeld in HR 24 juli 1995, nr. 30.470, BNB 1995/272. Hieruit volgt dat de recreatiewoning in 2011 niet voor meer dan 90 dagen aan eiser ter beschikking stond. De omstandigheid dat de recreatiewoning, indien deze niet door eiser voor eigen gebruik wordt aangewend, niet steeds is verhuurd maakt dit niet anders. De rechtbank verklaart het beroep van X gegrond en vernietigt de voorlopige aanslag forensenbelasting.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 223

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Rechtbank Noord-Nederland

6

Gerelateerde artikelen