Eiser, X, is eigenaar van een aantal percelen grasland waarvoor hij een aanslag watersysteemheffing heeft gekregen. In geschil is of de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland de percelen terecht niet heeft aangemerkt als natuurterreinen in de zin van de Waterschapswet.
Rechtbank 's-Gravenhage oordeelt dat de percelen grasland van X wel degelijk aangemerkt moeten worden als natuurterreinen in de zin van de Waterschapswet en overweegt daarbij als volgt. X heeft voor de percelen met succes subsidie aangevraagd op grond van de Provinciale Subsidieregeling Natuurbeheer (PSN), welke regeling gericht is op de bevordering van duurzame ontwikkeling en instandhouding van bossen en natuurterreinen. De eerder toegekende provinciale subsidie voor "agrarisch" natuurbeheer heeft X moeten terugbetalen. Samenhangend met en als uitvloeisel van de toekenning van de PSN-subsidie is X met de provincie Zuid-Holland een overeenkomst aangegaan waarin hij een kwalitatieve verplichting op zich heeft genomen om de desbetreffende landbouwgrond niet langer te gebruiken ten behoeve van landbouw en datgene na te laten wat de ontwikkeling of instandhouding van het betrokken natuurdoelpakket in gevaar brengt of verstoort. De rechtbank stelt vast dat de heffingsambtenaar ten onrechte met de subsidie- en contractuele voorwaarden geen rekening houdt. Evenzeer wordt voorbijgegaan aan het gemotiveerde betoog van X dat het gebruik van de percelen voor zover het gaat om agrarische activiteiten, volledig ten dienste staat aan het belang van de natuurbescherming en activiteiten er slechts op gericht is verschraling van het grasland tegen te gaan. De rechtbank verklaart het beroep van X gegrond en vermindert de aanslagen van € 53,30 tot € 4 per hectare.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Rechtbank 's-Gravenhage
Editie: 13 februari