De Hoge Raad oordeelt dat het organiseren van buitenritten te paard i.c. het geven van gelegenheid tot onder het verlaagd btw-tarief vallende sportbeoefening is.

Belanghebbende (X bv) organiseert buitenritten te paard. Bij deze ritten berijdt een ieder zelfstandig zijn paard, of wordt een paard bereden dat via een geleidesysteem door een wagen wordt voorgetrokken (hittax). De buitenritten beginnen in belanghebbendes manege en leiden via een park weer terug naar belanghebbendes manage. Belanghebbende is van mening dat het 6%-tarief van toepassing is. Volgens de inspecteur is echter het tarief van 19% van toepassing. Rechtbank Breda verwerpt belanghebbendes stelling dat voor de toepassing van het verlaagde btw-tarief de aanwezigheid van een sportaccommodatie niet van belang is. De rechtbank verwijst hierbij naar het arrest van de Hoge Raad van 10 augustus 2007, nr. 43169 (BNB 2007/277). De rechtbank verwerpt ook belanghebbendes stelling dat het ter beschikking stellen van de manege en/of de ruiterpaden in het park er toe leidt dat er sprake is van het gebruik van een sportaccommodatie. Onder verwijzing naar het hiervoor genoemde arrest beslist de rechtbank dat de ruiterroutes door het park niet zijn aan te merken als een sportaccommodatie, omdat ze ook toegankelijk zijn voor andere ruiters en voetgangers en fietsers. Hof 's-Hertogenbosch bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

De Hoge Raad oordeelt dat er sprake is van het geven van gelegenheid tot sportbeoefening in de zin van post b.3 van tabel I. De Hoge Raad overweegt daarbij dat uit het arrest uit 2007 en twee arresten uit 2011 blijkt dat het verlaagde btw-tarief van toepassing is op het verlenen van 'het recht gebruik te maken van sportaccommodaties'. Daarvan is volgens de Hoge Raad sprake als de dienstverlening bestaat uit het gelegenheid bieden een sport te beoefenen onder terbeschikkingstelling van een accommodatie. Ten aanzien van de accommodatie merkt de Hoge Raad vervolgens op dat het moet gaan om een accommodatie die is ingericht voor het beoefenen van de sport zelf en/of wordt gebruikt voor het verblijf van de deelnemers met het oog op het zich gereed maken voor het beoefenen van de sport en/of het beëindigen daarvan. Hierbij is niet van belang dat het eigenlijke sporten geheel of gedeeltelijk plaatsvindt op een openbare weg of een openbaar terrein mits daarbij sprake is van terbeschikkingstelling van een sportaccommodatie. Belanghebbende kan volgens de Hoge Raad het verlaagde tarief toepassen op de door haar verleende diensten. De Hoge Raad doet de zaak zelf af en vernietigt de naheffingsaanslag.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Hoge Raad

14

Gerelateerde artikelen