Belanghebbende, X, investeert voor bijna € 6,5 miljoen in bloembollen. Binnen een maand is de aanbieder van de investering in surseance van betaling en binnen zes weken is X zijn hele inleg kwijt. X brengt het verlies in 2003 en 2004 in aftrek als verlies uit onderneming dan wel als negatief resultaat uit overige werkzaamheden.
Hof Leeuwarden oordeelt net zoals de rechtbank dat de inspecteur de aftrek van het verlies terecht heeft geweigerd. X maakt niet aannemelijk dat op het moment van aankoop van de bloembollen objectief bezien redelijkerwijs te verwachten viel, dat de na het teeltjaar geoogste bloembollen tegen een zodanige prijs verkocht zouden kunnen worden dat daarbij voordeel behaald zou worden. Omdat een objectieve voordeelsverwachting ontbreekt, is er geen sprake van een bron van inkomen. Het hof verklaart het hoger beroep van X ongegrond.