X, een projectontwikkelaar, ontwikkelt een project in de gemeente Zaanstad waarbij zij bestaande vervallen panden laat slopen en vervangen door winkels met daarboven appartementen (in totaal drie panden). Voor het in behandeling nemen van de bouwaanvraag eerste fase betaalt X bouwleges van € 24.403,02. Op een andere plaats worden eveneens een winkel met enkele woningen gerealiseerd. Nadat X gesprekken heeft gevoerd met de wethouder van de gemeente vraagt zij een bouwvergunning aan voor beide projecten gezamenlijk (in totaal vier panden). De heffingsambtenaar van de gemeente legt aan X hiervoor de in geschil zijnde aanslag bouwleges van € 62.904,35 op.
Rechtbank Haarlem oordeelt dat de gemeente heeft gehandeld in strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel, in het bijzonder met het beginsel van fair play. De heffingsambtenaar heeft ten onrechte voor de behandeling van de aanvraag reguliere bouwvergunning voor drie panden opnieuw een bedrag aan leges in rekening gebracht voor zover die leges reeds in rekening waren gebracht voor de behandeling van de aanvraag bouwvergunning eerste fase. De heffingsambtenaar heeft niet weersproken dat het conform de wens van de gemeente was dat X, in plaats van voort te borduren op de eerste fase bouwaanvraag die er al lag, is overgegaan tot het indienen van een reguliere bouwaanvraag voor het gehele project. Het was de gemeente die van het project graag een pilotproject wilde maken en in dat verband was het de wens van de gemeente om het geheel als één aanvraag te behandelen. Voor zover de gemeente geen uitdrukkelijke toezegging heeft gedaan over de maximale leges, heeft de gemeente, door na te laten X voor te lichten over de leges, haar effectief de mogelijkheid ontnomen om niet de door de gemeente voorgestane wijze van aanvragen te volgen. Daarmee heeft de heffingsambtenaar zijn mogelijkheid om opnieuw het volle bedrag aan leges te heffen, verspeeld, aldus de rechtbank. De rechtbank verklaart het beroep van X gegrond en vermindert de aanslag tot € 38.832,59.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Belastingen van lagere overheden
Instantie: Rechtbank Haarlem