Hof Den Haag oordeelt dat de vermogensrendementsheffing niet in strijd is met art. 1 EP. Volgens het hof maakt X, met hetgeen hij aanvoert, niet aannemelijk dat aan de cumulatieve criteria van de Hoge Raad is voldaan. De vermogensrendementsheffing leidt bij X niet tot een excessieve, buitensporige last.
Het belastbare inkomen uit sparen en beleggen van X bedraagt € 1.106.240. X is van mening dat de vermogensrendementsheffing in strijd is met art. 1 EP.
Hof Den Haag oordeelt dat de vermogensrendementsheffing niet in strijd is met art. 1 EP. Uit de jurisprudentie van de Hoge Raad blijkt dat er slechts sprake is van strijd met dit artikel als het destijds door de wetgever voor een lange reeks van jaren veronderstelde rendement van 4% voor particuliere beleggers niet meer haalbaar is en belastingplichtigen, mede gelet op het toepasselijke tarief, zouden worden geconfronteerd met een buitensporig zware last. Volgens het hof maakt X, met hetgeen hij aanvoert, niet aannemelijk dat aan de cumulatieve criteria van de Hoge Raad is voldaan. Hierbij overweegt het hof dat X heeft aangegeven dat de vermogensrendementsheffing bij hem niet tot een excessieve, buitensporige last leidt.
Lees ook het thema Box 3
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 5.3
Wet inkomstenbelasting 2001 5.2
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Hof Den Haag
Editie: 13 september (1)