Aan X is een aanslag baatbelasting riolering buitengebied opgelegd. De heffingsambtenaar van de gemeente Steenbergen heeft het bezwaar ongegrond verklaard. Ook het beroep is ongegrond verklaard. X komt in hoger beroep. Het Gerechtshof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de verordening baatbelasting onverbindend is, omdat sprake is van een onredelijke en willekeurige heffing. De gemeente heeft niet alle gebate objecten in de heffing betrokken. In de toelichting bij de verordening is het criterium opgenomen dat baat wordt aangenomen, indien binnen 40 meter van de onroerende zaak een aansluitmogelijkheid op de riolering is. Er kan echter ook in andere gevallen sprake zijn van baat. Het hof is van oordeel dat niet een verplichting tot aansluiting, doch de technische mogelijkheid tot aansluiting van belang is voor het antwoord op de vraag of een object in een voordeliger positie is komen te verkeren. Nu vaststaat dat voor een onroerende zaak gelegen op 47 meter technisch eveneens de mogelijkheid van aansluiting bestaat, moet de conclusie zijn dat laatstgenoemde zaak door de voorziening is gebaat. Nu die onroerende zaak niet in de verordening is aangemerkt als gebaat en dus niet in de heffing is betrokken, zijn de kosten van de riolering niet (mede) omgeslagen over die onroerende zaak.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 13 februari