Rechtbank Midden-Nederland verklaart de verordening reclamebelasting stadshart Lelystad onverbindend en vernietigt de aan X opgelegde aanslag.

Belanghebbende, X, heeft een winkel in het stadshart van Lelystad. Op verzoek van de meerderheid van ondernemers in het stadshart heeft de gemeente een reclamebelasting ingevoerd. De opbrengst van de belasting vloeit als subsidie naar een stichting die het stadshart aantrekkelijker moet maken. X is het niet eens met de aanslag reclamebelasting 2021 van € 400.

Rechtbank Midden-Nederland verklaart de verordening reclamebelasting stadshart Lelystad onverbindend en vernietigt de aan X opgelegde aanslag. De heffingsambtenaar heeft geen inzicht verschaft in de activiteiten en doelstellingen van de stichting aan wie de belastingopbrengsten als subsidie ten gunste komen, terwijl de gelden nog niet zijn besteed en de bestuurders een aanzienlijke vergoeding ontvingen. Daarmee ontbreekt volgens de rechtbank een objectieve en redelijke rechtvaardiging voor het heffen van reclamebelasting in een deel van het grondgebied van de gemeente. Het beroep van X is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 227

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Rechtbank Midden-Nederland

20

Gerelateerde artikelen