In het wetsvoorstel is vastgelegd dat de landbouwer die op 31 december 2017 gebruikmaakt van de landbouwregeling, de btw die in rekening is gebracht wegens de aanschaf van zijn investeringsgoederen die op 1 januari 2018 bij hem in gebruik zijn, voor de resterende herzieningsperiode in één keer in aftrek moet brengen.
Door deze nota van wijziging kan de landbouwer er bijvoorbeeld voor kiezen om de herziening in één keer te doen in de aangifte van het laatste kwartaal van 2018. Hetzelfde geldt met betrekking tot de goederen en diensten die op 1 januari 2018 nog niet in gebruik zijn genomen. De landbouwer moet de btw uiterlijk in aftrek brengen in de btw-aangifte over het belastingtijdvak waarin de landbouwer de goederen en diensten in gebruik neemt.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Omzetbelasting
Dossiers: Prinsjesdag 2017
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën