Eiseres, X, maakt op 5 oktober 2011 bezwaar tegen een op 4 oktober 2011 geheven bedrag aan leges voor de aanvraag van een Nederlandse Identiteitskaart. Op 4 november 2011 verklaart de gemeente Venlo het bezwaar wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk. Per fax van 7 november 2011 stelt X tegen deze beslissing beroep in. Per nieuwe uitspraak op bezwaar van 14 november 2011 erkent de gemeente dat tijdig bezwaar is gemaakt en verklaart zij het bezwaar van X ongegrond in plaats van niet-ontvankelijk. In een fax van 27 december 2011 geeft X aan dat zij zich niet kan vinden in de nieuwe beslissing van de gemeente.
Rechtbank Roermond oordeelt dat de tweede uitspraak op bezwaar waarin de gemeente de foutieve eerste uitspraak corrigeert, niet in stand kan blijven. Hoewel de tweede uitspraak een correctie was op de eerste en dit voor X ook voldoende kenbaar was, kan de tweede uitspraak op bezwaar niet in stand blijven omdat het belastingprocesrecht niet in een tweede uitspraak voorziet (HR 20 januari 2012, nr. 10/02678, V-N 2011/50.2). De eerste uitspraak op bezwaar kan evenmin in stand blijven aangezien de gemeente ten onrechte besloten heeft tot niet-ontvankelijkheid. Voor het in stand laten van de rechtsgevolgen of het toepassen van de zogeheten bestuurlijke lus ziet de rechtbank geen aanleiding aangezien een inhoudelijk behandeling van het bezwaar in het geheel niet heeft plaatsgevonden. De rechtbank verklaart het beroep van X gegrond en draagt de gemeente op om opnieuw te beslissen op het bezwaar van X.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Belastingen van lagere overheden
Instantie: Rechtbank Roermond