Belanghebbende, X, maakt bij de Belastingsamenwerking Rivierenland bezwaar tegen de WOZ-waarde 2011 van zijn woning. Hij schakelt een gemachtigde in die op zijn beurt gebruik maakt van de diensten van een taxateur die een taxatierapport opmaakt. De heffingsambtenaar verklaart het bezwaar gegrond, verlaagt de WOZ-waarde en kent een proceskostenvergoeding toe van € 218 voor de kosten van rechtsbijstand. In beroep is alleen nog in geschil of X daarnaast in aanmerking komt voor een vergoeding van de taxatiekosten.
Rechtbank Arnhem oordeelt dat de verwevenheid tussen de gemachtigde en de taxateur geen beletsel vormt voor een proceskostenvergoeding voor de taxatiekosten. De rechtbank overweegt dat het om verschillende werkzaamheden gaat en dat van een vermenging van functies niets is gebleken. De rechtbank acht zowel het aantal uren (3,5) als de uurvergoeding (€ 80 exclusief btw) voor de taxatie redelijk. Van strijd met art. 8:34 Awb, welk artikel bepaalt dat een deskundige zijn opdracht onpartijdig moet vervullen, is geen sprake aangezien deze bepaling ziet op een door de rechtbank benoemde deskundige (Hof Arnhem 11 april 2012, nr. 11/00492, LJN: BW4248). De Hoge Raad heeft zich – anders dat de heffingsambtenaar betoogt – nog niet over deze kwestie uitgelaten. De door de heffingsambtenaar aangehaalde uitspraak betrof een met toepassing van art. 81 Wet RO gewezen arrest (HR 24 september 2010, nr. 09/03034, V-N 2010/63.13). In de uitspraak van Hof 's-Gravenhage waartegen cassatie was ingesteld, betrof het een familierelatie die de vergoeding van proceskosten verhinderde en deze situatie is hier niet aan de orde (Hof 's-Gravenhage 14 juli 2009, nr. 07/00578, V-N 2009/51.1.2).
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Belastingen van lagere overheden, Waardering onroerende zaken
Instantie: Rechtbank Arnhem