Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het verzoek van X te laat is ingediend, omdat de vijfjaarstermijn voor het indienen van een verzoek om ambtshalve vermindering voor het jaar 2015 eindigde op 31 december 2020.

De inspecteur legt aan X een voorlopige aanslag IB/PVV 2015 op, die resulteert in een terug te ontvangen bedrag van circa € 10.000. Belanghebbende dient geen aangifte IB/PVV 2015 in. De inspecteur legt aan X ambtshalve een aanslag IB/PVV 2015 op. Bij gelijktijdige beschikking legt de inspecteur een verzuimboete op. X dient bij brief van 18 februari 2022 een verzoek om ambtshalve vermindering van de aanslag in. De inspecteur wijst het verzoek af, omdat het buiten de daarvoor geldende termijn is ingediend.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het verzoek van X te laat is ingediend, omdat de vijfjaarstermijn voor het indienen van een verzoek om ambtshalve vermindering voor het jaar 2015 eindigde op 31 december 2020. De door X aangevoerde omstandigheden, zijn onvoldoende om te concluderen dat X op geen enkel moment na het opleggen van de aanslag binnen de vijfjaarstermijn in staat was om zijn bezwaar kenbaar te maken. Van een verschoonbare termijnoverschrijding is geen sprake. De inspecteur heeft het verzoek om ambtshalve vermindering terecht afgewezen.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

14

Gerelateerde artikelen