Rechtbank Zeeland-West-Brabant vernietigt de aan X met gebruikmaking van de verlengde navorderingstermijn opgelegde navorderingsaanslagen. Dit omdat de inspecteur niet aannemelijk maakt dat wat betreft de omzetcorrecties sprake is van inkomen dat in het buitenland is opgekomen.

De ondernemingsactiviteiten van X bestaan onder andere uit schoonmaakwerkzaamheden en glasbewassing. Daarnaast biedt X diensten aan op het terrein van rolluiken en zonwering. X meldt in juni 2015 als inkeerder drie buitenlandse bankrekeningen bij de inspecteur en een aangehouden bedrag in contanten. Ook meldt X dat hij de jaren 2006 tot en met 2008 bedragen heeft gestort op buitenlandse bankrekeningen. De correcties voor box 3 voor alle jaren worden in een niet bestreden (verzamel)navorderingsaanslag over het jaar 2009 verwerkt. De contante stortingen op buitenlandse bankrekeningen worden als winst uit onderneming aangemerkt in de jaren 2006 tot en met 2008 en nagevorderd op grond van de verlengde navorderingstermijn. X komt tegen deze navorderingsaanslagen in beroep.

Volgens Rechtbank Zeeland-West-Brabant kan navordering op grond van de verlengde navorderingstermijn niet plaatsvinden. De inspecteur slaagt er namelijk niet in aannemelijk te maken dat betreffende de box 1-correcties sprake is van inkomen dat in het buitenland is opgekomen. Niet aannemelijk is geworden dat X de betreffende omzet heeft gegenereerd in het buitenland of deze kort na ontvangst in Nederland op de buitenlandse bankrekeningen heeft gestort. De omzetcorrecties vervallen en de navorderingsaanslagen en boetebeschikking worden vernietigd. Het beroep is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 16 lid 4

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 27 maart

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen