Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat mevrouw X niet aannemelijk maakt dat de auto in het mrb-naheffingstijdvak niet aan haar ter beschikking heeft gestaan.

Belanghebbende, mevrouw X, woont in Nederland. Op 5 januari 2015 wordt geconstateerd dat een Opel met Pools kenteken gebruik maakt van de weg in Nederland. De auto wordt op dat moment bestuurd door een derde. X is eigenaresse/houdster van de auto en zit als passagier in de auto. Tijdens de controle vertelt X dat zij ook een andere auto met Nederlands kenteken bezit. Zij betaalt voor die auto wel motorrijtuigenbelasting en dacht dat dit voldoende was. In geschil is de mrb-naheffingsaanslag over 28 oktober 2012 tot en met 4 januari 2015 van € 3.644, alsmede de 100% verzuimboete. De aanslag is opgelegd over het tijdvak 28 oktober 2012 tot en met 4 januari 2015. In bezwaar stelt X dat de naheffing beperkt moet worden tot december 2014 en januari 2015, omdat zij de auto in die maanden in Nederland heeft gebruikt voor haar verhuizing.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat de auto in het naheffingstijdvak niet aan haar ter beschikking heeft gestaan. X overlegt vergeefs in het Pools gestelde leenovereenkomsten, waaruit zou blijken dat anderen haar auto buiten Nederland gebruikten. De betrouwbaarheid van deze overeenkomsten wordt namelijk door de inspecteur betwist en ze kunnen niet worden geverifieerd. In vijf andere gevallen is BPM-naheffing weliswaar achterwege gebleven, maar dat betrof andere situaties en met aanvullend bewijs. Bovendien heeft X haar eerdere verklaring bijgesteld. Het eigen gebruik voor haar verhuizing zou hebben plaatsgevonden van 31 december 2014 tot en met 31 januari 2015. Dit stemt echter niet overeen met de verhuizing naar haar huidige adres. Het beroep van X is ook voor het overige ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 37

Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 34

Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 7

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Belastingheffing van motorrijtuigen

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 27 maart

10

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen