Belanghebbende, X, is eigenaar van een vakantiewoning in een gemeente in Zeeland, zonder in die gemeente hoofdverblijf te houden. In geschil is of de heffingsambtenaar X in de jaren 2014 en 2015 terecht heeft betrokken in de forensenbelasting.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de vakantiewoning ook in enige mate door X zelf werd gebruikt, anders dan nodig was om deze voor verhuur gereed te maken en te houden. De onderhoudswerkzaamheden aan de woning werden immers gecombineerd met privézaken. Verder oordeelt de rechtbank dat is voldaan aan het 90-dagencriterium nu in de verhuurbemiddelingsovereenkomst het eigen gebruik van de recreatiewoning door X niet expliciet is gelimiteerd. De allonge van latere datum kan daaraan niet afdoen. De aanslagen forensenbelasting zijn terecht aan X opgelegd. De rechtbank verklaart het beroep van X ongegrond.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 27 maart