Belanghebbende, X, is een VOF die een visverwerkend bedrijf exploiteert waarin voornamelijk platvis wordt schoongemaakt en gefileerd. De heffingsambtenaar van GBLT legt aan X voor het jaar 2011 de thans in geschil zijnde aanslag zuiveringsheffing op. De hoogte van de aanslag is berekend met toepassing van een afvalwatercoëfficiënt die behoort bij waterklasse 10.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de aanslag zuiveringsheffing tot het juiste bedrag aan X is opgelegd. X heeft niet aannemelijk gemaakt dat de afvalwateronderzoeken die de heffingsambtenaar heeft uitgevoerd in het bedrijf van X, en die ten grondslag liggen aan de aanslag, niet in representatieve weken zijn uitgevoerd. Naar het oordeel van het hof maakt X niet aannemelijk dat de productie van de tweede meetweek zodanig afwijkt van het normale patroon binnen haar bedrijf dat die week niet als representatief kan worden aangemerkt en op grond daarvan de onderzoeksresultaten niet kunnen dienen voor het opleggen van de aanslag. Naar het oordeel van het hof maakt X verder geen feiten of omstandigheden aannemelijk op grond waarvan moet worden geoordeeld dat zij zich kan beroepen op het in rechte te honoreren vertrouwen dat de definitieve aanslag voor 2011 zou worden opgelegd naar de waterklasse 10. Het hoger beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 11 maart