De heer X is vanaf 1991 rekeninghouder bij KB Lux. Naar aanleiding van een vragenbrief van de inspecteur geeft X in 2002 volledig openheid van zaken. In geschil zijn de vervolgens – mede met behulp van de verlengde navorderingstermijn - opgelegde VB-aanslagen, alsmede de 50% verhogingen en boetes. Rechtbank 's-Gravenhage oordeelt dat de aanslagen, verhogingen, boetes en heffingsrenten niet vernietigd hoeven te worden, ondanks dat X niet met de aanhouding van de bezwaarschriften heeft ingestemd en de inspecteur vervolgens buiten de wettelijk toegestane termijn uitspraak heeft gedaan. De inspecteur heeft bij het opleggen van de onderhavige aanslagen ten onrechte geen rekening gehouden met de navordering in de IB-sfeer en de vermogenssfeer. De desbetreffende aanslagen worden alsnog verminderd. Vanwege de onnodige vertraging in de bezwaarfase worden de verhogingen en boetes verminderd tot 35%. X gaat in hoger beroep.
Hof 's-Gravenhage (MK III, 6 juni 2012, BK-08/00493 t/m BK-08/00500, V-N Vandaag 2012/2049) oordeelt dat de vlotte medewerking van X een voldoende objectieve en redelijke rechtvaardiging is om de verhogingen en boetes tot 30% te beperken. Wegens het overschrijden van de redelijke termijn met meer dan vier en een half jaar, worden de verhogingen en boetes verminderd tot 15%. Het beroep van X is slechts in zoverre gegrond. De met behulp van de verlengde navorderingstermijn opgelegde aanslagen zijn namelijk voortvarend genoeg opgelegd. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).
Wetsartikelen:
Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6
Algemene wet inzake rijksbelastingen 47
Algemene wet inzake rijksbelastingen 17