Stichting X is als toegelaten instelling werkzaam in de volkshuisvesting. X verhuurt daartoe woonruimte aan mensen met lagere inkomens en andere kwetsbare groepen. De huren zijn veel lager dan de marktconforme huren. Voorts verkoopt X op kleine schaal woningen met korting aan starters op de woningmarkt. In geschil is of X een algemeen nut beogende instelling (anbi) is. Rechtbank 's-Gravenhage oordeelt dat de feitelijke werkzaamheid van X hoofdzakelijk bestaat uit het verhuren van woonruimte, waarmee primair de individuele belangen van de huurders wordt gediend. X is dus geen anbi. X gaat in hoger beroep.
Hof 's-Gravenhage oordeelt dat uit de statuten en de feitelijke werkzaamheden is af te leiden dat X het algemene volkshuisvestingsbelang beoogt te dienen. Het dienen van een algemeen belang kan samengaan met het dienen van een of meer groepen van particuliere belangen. Het maakt dus niet uit dat X met elke huurovereenkomst ook steeds het particuliere belang van de huurder dient. Kwantitatief zijn de werkzaamheden van X geheel of nagenoeg geheel gericht op het dienen van het algemeen belang van de volkshuisvesting. Het beroep van X is gegrond.