Hof 's-Gravenhage overweegt dat de volstorting van aandelen en de vordering in rekening-courant voortkomen uit verzwegen inkomsten van X.

Op 11 mei 2004 is D bv (hierna: BV2) opgericht. Belanghebbende, X en C zijn ieder voor 50%-aandeelhouder en X is bestuurder. X heeft diverse bankkredieten afgesloten. Vaststaat dat X in de jaren 2003 en 2004 uitgaven voor BV2 heeft gedaan ten belope van € 53 087 en dat de aandelen in BV2 zijn volgestort. Tevens staat vast dat het door X aangegeven inkomen te kort schiet voor financiering van deze uitgaven en kapitaalstorting. Bij het vaststellen van de definitieve aanslag voor het jaar 2004 wijkt de inspecteur af van het door X aangegeven inkomen. X komt uiteindelijk in hoger beroep. In hoger beroep is in geschil of de inspecteur terecht het inkomen uit werk en woning heeft verhoogd met een bedrag van € 62 162 aan verzwegen inkomsten, te weten € 9075 ter zake van de volstorting door X van zijn aandelen in BV2 en € 53 087 ter zake van de vordering in rekening-courant die X ultimo 2004 op BV2 had.

Hof 's-Gravenhage overweegt in navolging van de rechtbank dat X niet aannemelijk heeft gemaakt dat de uitgaven voor BV2 en de kapitaalstorting waren gefinancierd door middel van geldleningen. Evenmin is er sprake van enige andere onbelaste bron van inkomen. De inspecteur heeft redelijkerwijs het standpunt kunnen innemen dat X voor een bedrag van € 62 162 niet aangegeven inkomen uit werk en woning heeft genoten. Het hoger beroep is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hof 's-Gravenhage

6

Gerelateerde artikelen