Belanghebbende, X, krijgt ambtshalve een aanslag IB over 2003 opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 203.900. Eerder onderzochten douaneambtenaren een opslagbox waarvan X de huurder bleek te zijn en waarin zij een administratie en een groot bedrag in contanten aantroffen. Vervolgens heeft de FIOD-ECD twee door X gehuurde bedrijfsruimten onderzocht en daarin hennepkwekerijen aangetroffen, die tezamen met de verklaringen van X dat hij zich heeft bezig gehouden met het kweken en verkopen van hennep, leidden tot voornoemde aanslag waarin X wordt belast voor de resultaten uit de hennepkwekerijen. Voor het strafrecht is geoordeeld dat er sprake is van onrechtmatig verkregen bewijs. X vecht de aanslag aan nu de douane niet bevoegd was de opslagbox te doorzoeken en de daarin aangetroffen administratie en contanten onrechtmatig verkregen bewijs vormen.
Rechtbank 's-Gravenhage is van oordeel dat de bewijsmiddelen niet zijn verkregen op een wijze die zozeer indruist tegen wat van een behoorlijke overheid mag worden verwacht dat zij voor de heffing van belastingen niet gebruikt mogen worden. X is op grond van art. 47 AWR verplicht informatie te verschaffen over de in de opslagbox aangetroffen administratie en contanten zodat de inspecteur het daaraan ontleende bewijs mocht gebruiken voor de belastingheffing. Het beroep van X is ongegrond.