Rechtbank Gelderland oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat voorafgaand aan de verkrijging werkzaamheden hebben plaatsgevonden aan de onroerende zaak die onmiskenbaar tot doel hadden om deze tot een woning te verbouwen. Het tarief van 2% is dan niet van toepassing.

X koopt op 26 april 2018 een onroerende zaak die hij in gebruik wil nemen als woning. De onroerende zaak wordt op 14 december 2018 aan X geleverd en hij gaat op 21 december 2018 een aannemingsovereenkomst aan. Doel daarvan is om het pand, een voormalig universiteitsgebouw, te verbouwen naar een woning inclusief multifunctionele trainingszaal. X is van mening dat het tarief van 2% voor de overdrachtsbelasting van toepassing is. De inspecteur deelt die mening niet.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat voorafgaand aan de verkrijging werkzaamheden hebben plaatsgevonden aan de onroerende zaak die onmiskenbaar tot doel hadden om deze tot een woning te verbouwen. In de jaren 2011 - 2013 hebben weliswaar werkzaamheden aan het pand plaatsgevonden maar daarna pas weer na de levering van het pand aan X. Ook acht de rechtbank van belang dat X pas na de verkrijging een aannemingsovereenkomst heeft gesloten voor de verbouwing van de onroerende zaak tot woning. Op het moment van verkrijging was de onroerende zaak naar zijn aard niet bestemd tot woning.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op belastingen van rechtsverkeer 14

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van rechtsverkeer

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 23 september

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen