Rechtbank Haarlem oordeelt dat de inspecteur niet aannemelijk maakt dat de heer X in 2006 tot zijn uitlevering naar Italië in Nederland woonde.

De heer X heeft de Italiaanse nationaliteit en wordt in 2009 aangehouden in verband met een zesvoudige moord. In de betreffende huurwoning wordt ook zijn zwager, de heer A, aangehouden. In de woning blijken ook de vrouw en het kind van X aanwezig te zijn. Bij de huiszoeking wordt een groot contant bedrag en horloges aangetroffen. Aangezien uit aankoopbonnen en dergelijke volgens de inspecteur is op te maken dat X vermoedelijk al sinds 2005 in Nederland verblijft, worden aan hem als binnenlands belastingplichtige over de jaren 2006 tot en met 2009 direct invorderbare ib/pvv-aanslagen opgelegd.

Rechtbank Haarlem oordeelt dat de inspecteur niet aannemelijk maakt dat X in 2006 tot zijn uitlevering naar Italië in Nederland woonde. X heeft namelijk niet de Nederlandse nationaliteit, was hier niet ingeschreven en had hier ook geen bankrekening. Voorts zijn aankoopbonnen ter zake van levensonderhoud aangetroffen die deels betrekking op de periode waarin X gedetineerd was in Italië. Ook de stelling dat X als buitenlands belastingplichtig winst zou hebben behaald met de handel in cocaïne, maakt de inspecteur niet aannemelijk. Het beroep van X is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Haarlem

0

Gerelateerde artikelen