De heer X ontvangt in 2015 salaris dat op grond van EU-recht is vrijgesteld van de Nederlandse belastingheffing. Het vrijgestelde salaris is € 95.331. Volgens X is zijn algemene heffingskorting ten onrechte beperkt tot € 1.342 en heeft hij recht op het maximum van € 2.203. De korting is conform art. 8.10 lid 2 Wet IB 2001 verminderd met € 861.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat het vrijgestelde EU-salaris door de inspecteur terecht is meegewogen bij het meten van de draagkracht van X (zie HR 4 februari 2011, nr. 10/01513, V-N 2011/9.9). De EU-vrijstelling mag namelijk niet zo ruim moet worden uitgelegd dat het salaris ook buiten aanmerking blijft met het oog op een persoonsgebonden aftrek ter zake van de normaal belaste inkomsten van € 6.663. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 8.10
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Europees belastingrecht, Internationaal belastingrecht
Instantie: Rechtbank Den Haag
Editie: 25 april