Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat een wegingsfactor van 1,5 voor een bezwaar tegen de waarde van twee woningen gerechtvaardigd is.

X is eigenaar van 26 woningen. Tegen de WOZ-waarden van twee woningen komt hij in bezwaar, in afzonderlijke geschriften. De heffingsambtenaar van de gemeente Eindhoven vermindert de twee waarden. In geschil is de hoogte van de proceskostenvergoeding. Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat het in bezwaar gaat om de waardevaststelling van twee tussenwoningen op verschillende locaties. X heeft deze waarden in bezwaar gemotiveerd bestreden met aanvullende bezwaarschriften die qua inhoud van elkaar verschillen. Daarnaast heeft X twee taxatierapporten ingediend en op twee locaties een hoorzitting bijgewoond. De rechtbank beoordeelt de zaak als meer dan gemiddeld, dus zwaar, waarvoor een wegingsfactor 1,5 geldt. Daarbij neemt de rechtbank in aanmerking dat de omstandigheid dat het bezwaar op meer dan één besluit betrekking heeft een rol kan spelen bij het bepalen van de wegingsfactor voor het gewicht van de zaak (ECLI:NL:HR:2013:BZ6822). Het feit dat de woningen elkaar qua bouwjaar, perceeloppervlakte en inhoud niet veel ontlopen, doet niet af aan het feit dat het gaat om twee afzonderlijke feitencomplexen, waarbij voor elk object afzonderlijke, op het specifieke object toegesneden werkzaamheden door de gemachtigde moesten worden verricht.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Rechtbank Oost-Brabant

Editie: 4 oktober

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen