X is bekend met neurologie en heeft onder andere gewerkt op de afdeling neurologie van een ziekenhuis. Tevens is hij erkend arts-acupuncturist en gespecialiseerd in de neuro-acupunctuur. In 2010 start X met de activiteiten als arts-acupuncturist, met de bedoeling om in 2014 volledig operationeel te zijn. In geschil is of er in 2011 en 2012 sprake is van een bron van inkomen. In die jaren heeft X namelijk forse kosten gemaakt.
Hof Amsterdam oordeelt dat er geen sprake is van een bron van inkomen. Volgens het hof zijn er namelijk onvoldoende objectieve aanwijzingen om vast te stellen dat X in 2011 of 2012 met zijn activiteiten redelijkerwijs voordeel kon verwachten. Het hof wijst hierbij met name op de gerealiseerde omzet in verhouding tot de gemaakte kosten. Het gelijk is aan de inspecteur.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.8