De Hoge Raad oordeelt dat X bv aan het geven van de beschikking tot toepassing van de tonnageregeling niet het vertrouwen kan ontlenen dat het tonnageregime van toepassing is. Bij het geven van de beschikking worden de activiteiten namelijk niet beoordeeld.

Belanghebbende, X bv, sluit een Vertragsreedervertrag met P bv, de beherend vennoot van P cv. X bv verricht op grond van de overeenkomst diverse werkzaamheden voor het schip ‘ms P’. In 2010 ontvangt X bv vergoedingen voor diverse werkzaamheden. Naar aanleiding van het verzoek van X bv verstrekt de inspecteur een beschikking toepassing tonnageregeling. In geschil is of het tonnageregime van toepassing is op de winst van X bv. X bv stelt dat zij in Nederland voor een ander het volledige technisch- en bemanningsbeheer van het schip verzorgt in de zin van art. 3.22 lid 5 onderdeel d Wet IB 2001. Volgens de inspecteur is X bv echter geen scheepsmanager, zodat het tonnageregime niet van toepassing is op de winst. Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat het tonnageregime niet van toepassing is. Volgens het hof zijn namelijk niet alle technische en beheerswerkzaamheden met betrekking tot het schip door X bv zelf of onder haar verantwoordelijkheid verricht. In cassatie voert X bv onder andere aan dat zij aan het geven van de beschikking het in rechte te beschermen vertrouwen kan ontlenen dat de in het jaar 2010 behaalde winst mag worden bepaald aan de hand van de tonnage van het schip.

De Hoge Raad oordeelt dat X bv aan het geven van de beschikking tot toepassing van de tonnageregeling niet het vertrouwen kan ontlenen dat het tonnageregime van toepassing is. Het geven van een beschikking toepassing tonnageregeling vereist namelijk geen beoordeling van de feitelijk door X bv te verrichten activiteiten. Volgens de Hoge Raad komt de vraag of en in hoeverre winst uit zeescheepvaart is behaald met de exploitatie van een schip namelijk pas aan de orde bij de bepaling van de heffingsgrondslag voor de VPB. De beschikking houdt niet meer in dan dat de winst mag worden bepaald aan de hand van het tonnage als er sprake is van ‘winst uit zeevaart’. Verder wordt daarmee ook bepaald dat de - normale - regels voor de winstbepaling niet van toepassing zijn. De Hoge Raad bevestigt de uitspraak van het hof.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.22

Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Vennootschapsbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 12 november

8

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen