De heer X is in dienstbetrekking bij een universiteit. Daarnaast is X als zelfstandige werkzaam op het vlak van financiën, projectbegeleiding, juridische dienstverlening en het samenstellen van jaarrekeningen. Deze werkzaamheden worden verricht vanuit zijn woning. X stelt dat het hele pand vanaf 1 januari 2007 tot zijn ondernemingsvermogen behoort. Volgens Rechtbank Arnhem is niet in geschil dat meer dan 10% van de oppervlakte van het pand voor ondernemingsdoeleinden wordt gebruikt en verklaart het beroep van X gegrond. De inspecteur gaat in hoger beroep.
Hof Arnhem oordeelt dat het pand niet tot het ondernemingsvermogen kan worden gerekend, aangezien minder dan 10% van de oppervlakte voor ondernemingsdoeleinden wordt gebruikt. Van de oppervlakte wordt – met uitzondering van de ruimten voor gemengd gebruik – (10 m²/110 m² is) 9,1% gebruikt voor de onderneming. Bij gebreke aan enige aanwijzing voor een andere verdeelsleutel, wordt het redelijk geacht om ervan uit te gaan dat de ruimten voor gemengd gebruik ook voor 9,1% worden gebruikt voor de onderneming. In totaal wordt aldus 13,3 m2 gebruikt, hetgeen minder is dan 10%. Het pand is daarom verplicht privévermogen. Het beroep van de inspecteur is gegrond.