Belanghebbende, X, is eigenaar van een twee-onder-één-kapwoning uit 1830 gelegen in de gemeente Huizen. In geschil is de WOZ-waarde 2008 die door de heffingsambtenaar van de gemeente Huizen is vastgesteld op een bedrag van € 334.000.
Hof Amsterdam oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat zijn woning voor de WOZ moet worden gewaardeerd als een slooprijp object. De omschrijving die X van de woning geeft in de stukken, het bouwjaar en de verklaring dat veel van de in de buurt verkochte woningen na aankoop meteen worden gesloopt overtuigen het hof er niet van dat de toestand van de woning zo slecht is dat die door de koper min of meer noodzakelijkerwijs meteen na aankoop zal worden gesloopt. X heeft zijn standpunt niet onderbouwd met foto's, een bouwkundig rapport of taxatierapport. De bodemverontreiniging onder de woning heeft afgezien van een verbod op bronbemaling geen invloed op het gebruik van de woning van X. De heffingsambtenaar heeft met deze omstandigheid voldoende rekening gehouden bij het bepalen van de WOZ-waarde. De verkoopcijfers van de referentiewoningen – waarvan er twee evenals de woning van X zijn gelegen in de oude dorpskern – tonen aan dat de WOZ-waarde niet te hoog is. Het hof verklaart het hoger beroep van X ongegrond.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof Amsterdam