Hof Arnhem oordeelt dat de heffingsambtenaar niet inzichtelijk heeft kunnen maken op welke manier hij rekening heeft gehouden met de waardedrukkende invloed van geluidsoverlast door treinverkeer.

Belanghebbende, X, is eigenaar en tevens gebruiker van een vrijstaande villa uit 2003 met een tot twee garages omgebouwde carport. De woning heeft een inhoud van 599 m³ en is gelegen op een perceel met een oppervlakte van 1006 m². De gemeente Soest heeft de WOZ-waarde 2010 van de woning vastgesteld op een bedrag van € 806.000. X bepleit een waarde van € 750.000 en wijst daarbij onder meer op de overlast van treinverkeer.

Hof Arnhem oordeelt dat de heffingsambtenaar niet inzichtelijk heeft kunnen maken op welke manier hij rekening heeft gehouden met de waardedrukkende invloed van geluidsoverlast van treinverkeer. De heffingsambtenaar stelt dat hij voor de woning van X een lagere prijs per vierkante meter heeft gehanteerd dan voor de referentiewoningen. Het hof komt in zijn eigen berekening echter tot lagere grondprijzen (per vierkante meter) voor de referentiewoningen dan de prijzen die de heffingsambtenaar heeft genoemd. Desgevraagd heeft de taxateur ter zitting aangegeven dat hij geen grondstaffel heeft gebruikt, maar dat per referentiepand afzonderlijk is bekeken welk deel van het perceel als objectgebonden grond moet worden aangemerkt en daardoor een hogere waarde heeft dan de rest van dat perceel. Aangezien de taxateur geen specificatie van de waardeopbouw van de grond van de referentiepanden kan geven, is de berekening voor het hof niet inzichtelijk. Het hof verlaagt de WOZ-waarde van € 806.000 naar € 790.000. Het hoger beroep van X is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Waardering onroerende zaken

Instantie: Hof Arnhem

3

Gerelateerde artikelen