De ambtenaar van de gemeente Berkelland heeft de waarde van de woning, werktuigenbergingen en pluimveestallen van X vastgesteld op € 1.027.000. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard. In hoger beroep is de WOZ-waarde in geschil.
Hof Arnhem (MK II, 19 april 2011, 10/00268) oordeelt dat de ambtenaar de WOZ-waarde aannemelijk heeft gemaakt aan de hand van de gegevens uit de taxatiewijzer. X stelt dat de door hem berekende waarde nog naar beneden moet worden bijgesteld met een bedrag van € 100.000. Hij baseert zich daarbij op de kosten, die hij zal gaan maken voor aanpassing van de stallen aan de gewijzigde milieunormen. De ambtenaar neemt het standpunt in dat voor deze afwaardering geen plaats is omdat sprake is van investeringen in werktuigen. Bovendien is sprake van publiekrechtelijke regelgeving, hetgeen zijn weerslag zal hebben gevonden in de verkoopopbrengsten van de objecten die tot de gegevens in de taxatiewijzer hebben geleid. Indirect is derhalve reeds rekening gehouden met de kosten van eventueel verplichte investeringen. Het hof volgt het standpunt van de ambtenaar. X heeft de invloed verder op geen enkele wijze onderbouwd. Het hoger beroep is ongegrond. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).