De AOW-leeftijd blijft, na uitwerking van het pensioenakkoord, ook in 2025 staan op 67 jaar. Minister Koolmees (SZW) informeert de Tweede Kamer hierover per brief.
Na temporisering van de AOW-leeftijd tot en met 2024, zal deze vanaf 2025 worden gekoppeld aan de levensverwachting. In het pensioenakkoord heeft het kabinet, naast de temporisering, ook afgesproken dat de ontwikkeling van de AOW-leeftijd vanaf 2025 voor 2/3 gekoppeld wordt aan de ontwikkeling van de resterende levensverwachting op 65 jaar. Hierdoor blijft, op basis van de nieuwe CBS-prognose, de AOW-leeftijd 67 jaar in 2025.
De 2/3-koppeling aan de levensverwachting uit het pensioenakkoord moet nog wel in de wet worden vastgelegd. De voorbereidingen voor het betreffende wetsvoorstel zijn gestart. Minister Koolmees informeert de Tweede kamer voor de zomer van 2020 over de voortgang.
Minder snelle stijging 2020-2024
De komende jaren stijgt de AOW-leeftijd minder snel dan aanvankelijk was vastgelegd. Door de in het Pensioenakkoord afgesproken temporisering blijft de AOW-leeftijd in 2020 en 2021 staan op 66 jaar en 4 maanden. In 2022 stijgt de AOW-leeftijd naar 66 jaar en 7 maanden en in 2023 naar 66 jaar en 10 maanden. In 2024 komt de AOW-leeftijd uit op 67 jaar.
Bron: Avanzer Nieuws
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Pensioenen