Met een robuuste vormgeving van de nog in te voeren earningsstrippingmaatregel zet het kabinet fors zwaarder in dan waartoe de eerste Europese anti-belastingontwijkingsrichtlijn verplicht. Op de hiervoor aangedragen argumenten valt het nodige af te dingen. Daniël Smit hoopt dat de earningsstrippingmaatregel zoals die nu voorligt geen gelopen race is. Een kritische blik tijdens de parlementaire behandeling is zéér gewenst.

Renteaftrekbeperking over de top?

De earningsstrippingmaatregel beperkt voor bedrijven de aftrekbaarheid van rente op bank- en concernleningen tot maximaal 30% van het bruto (belastbare) bedrijfsresultaat (EBITDA). Deze algemene renteaftrekbeperking is onderdeel van de Europese Anti Tax Avoidance Directive (ATAD1) en moet uiterlijk per 1 januari 2019 zijn ingevoerd. Uit recente antwoorden van staatssecretaris Snel (Financiën) op Kamervragen over de earningsstrippingmaatregel blijkt nogmaals dat het kabinet deze algemene renteaftrekbeperking met een robuuste vormgeving strenger invult dan de minimumnormen uit ATAD1. In plaats van een renteaftrekdrempel van € 3 miljoen kiest het kabinet voor een drempel van € 1 miljoen, een groepsuitzondering wordt niet opgenomen en er geldt geen eerbiedigende werking voor bestaande leningen.

Argument van gelijke behandeling

Als argument om voor de earningsstrippingmaatregel een scherper beleid te hanteren dan de minimumstandaarden, voert het kabinet het streven naar een meer gelijke behandeling van eigen en vreemd vermogen aan. “Een in de ogen van Smit, bijzonder hoogleraar aan de Tilburg University en fiscalist bij EY, legitiem maar daardoor niet minder opvallend argument. “Ik ben voorstander van een neutrale behandeling van eigen en vreemd vermogen. Door renteaftrek te faciliteren tegenover geen aftrekbaarheid voor een vergoeding op eigen vermogen, is schuldfinanciering aantrekkelijker dan financiering met eigen middelen. Daarmee stimuleer je een schuldeneconomie en dat is, zo leert het verleden, een hele kwetsbare positie bij financiële tegenwind.”

Een wringende schoen

Toch wringt de schoen voor Smit. “Ik heb er moeite mee dat juist het gelijke behandelingsargument wordt aangedragen voor het verzwaren van de earningsstrippingmaatregel,” vervolgt Smit. “Eigenlijk transformeert het kabinet hiermee namelijk een specifieke antimisbruikbepaling (tegen grondslaguitholling) uit ATAD1 tot een algemene, grondslagverbredende maatregel. Zo’n gelijkschakeling vormt wel echt een fundamentele verandering van het huidige systeem. Dat vraagt dan ook om een zorgvuldige heroverweging. Nu dreigt de discussie te worden gevoerd onder de vlag van de belastingontwijkingsproblematiek. Dat is echter te kort door de bocht. Misbruikbestrijding en de (meer) gelijke behandeling van eigen en vreemd vermogen zijn twee verschillende dingen.”

Uitruilargument

Een ander argument is een uitruil met de geplande afschaffing van de dividendbelasting. Die afschaffing kost de schatkist € 1,4 miljard. Daar tegenover staat de earningsstrippingmaatregel die volgens het kabinet € 1,3 miljard opbrengt. Daarmee is de dekking voor het schrappen van de dividendbelasting eenvoudig gevonden. Het gebruik van een antimisbruikbepaling als dekkingsmaatregel gaat Smit echter te ver. "Door de earningsstrippingmaatregel te verzwaren creëert het kabinet een meer budgettair evenwicht. De groep die profiteert van de afschaffing van de dividendbelasting is echter niet 1-op-1 dezelfde groep die aanloopt tegen de verzwaarde renteaftrekbeperking. Ook puur binnenlandse bedrijven, zoals woningcorporaties en de bouwsector die over het algemeen afhankelijk zijn van aanzienlijke financieringen, ervaren straks de werking van de earningsstrippingmaatregel, terwijl zij niet profiteren van de afschaffing van de dividendbelasting.”

Kritische blik

Smit hoopt dat de earningsstrippingmaatregel zoals het kabinet die nu voor ogen heeft, nog niet in beton is gegoten. De Tweede Kamer heeft de afgelopen tijd al enkele kritische vragen gesteld. “Het is te hopen dat Kamerleden hier straks mee doorgaan tijdens de parlementaire behandeling. Een inhoudelijke discussie en een kritische blik op de robuuste vormgeving van de earningsstrippingmaatregel en de argumentatie hiervoor is zéér gewenst.”

Overgangsrecht gewenst

Ook normaal gefinancierde bedrijven kunnen straks abrupt – er is geen overgangsrecht aangekondigd – tegen de renteaftrekbeperking aanlopen. Smit pleit toch voor overgangsrecht om bedrijven voldoende tijd te gunnen zich aan de nieuwe regeling aan te passen. “De ATAD1 biedt daar ook alle ruimte voor, bijvoorbeeld door bestaande leningen van de aftrekbeperking uit te sluiten. Mocht dat te ingewikkeld blijken, dan zou een andere optie zijn om de renteaftrekdrempel in eerste instantie op een hoger bedrag te stellen. Vervolgens zou de drempel stapsgewijs afgebouwd kunnen worden tot de aangekondigde € 1 miljoen. Tot slot biedt de ATAD1 een carry-forward mogelijkheid. Hiermee kan het bedrag aan rente dat in aftrek is beperkt, worden voortgewenteld naar het volgende jaar. Een bedrijf is dan zijn recht op aftrek niet direct kwijt. Door als bedrijf je schuldenpositie vervolgens af te bouwen, kun je dit recht ook daadwerkelijk verzilveren. Niet helemaal duidelijk is of het kabinet deze optie wil overnemen. Qua effect zou echter ook deze optie als overgangsregeling kunnen worden gezien. Nu de meer gelijke behandeling van eigen en vreemd vermogen de belastingontwijkingsproblematiek overstijgt, zou een discussie over het opnemen van overgangsrecht zonder meer op zijn plaats zijn.”

Bron: Redacteur Marit Muller

Informatiesoort: Nieuws, Interviews

Rubriek: Europees belastingrecht, Vennootschapsbelasting

Focus: Focus

9

Gerelateerde artikelen