Een bank eist prompt het volledige hypotheekbedrag op nadat is gebleken dat de woningeigenaar het huis tegen de afspraken in verhuurt. De eigenaar is ook een forse boeterente verschuldigd. De boete wordt gematigd omdat de bank onzorgvuldig is geweest, oordeelt het financiële klachteninstituut Kifid.

Bankmedewerkers Lloyds Bank brachten op 12 oktober 2021 een bezoek aan de woning waarbij zij werden geconfronteerd met een huurder in de woning. De huurder bevestigde aan de bankmedewerkers dat hij de woning voor langere tijd van de huiseigenaar huurt.

Drie dagen erna ontvangt de huiseigenaar een brief van de bank waarin hij wordt gesommeerd om binnen veertien dagen € 116.873,10 terug te betalen aan hypotheek omdat hij de hypotheekvoorwaarde heeft geschonden om de woning niet te verhuren. De bank heeft echter verzuimd om meteen melding te maken van een boeterente van ruim € 10.000. De brieven over de boeterente kwamen pas twee weken later.

De huiseigenaar is het niet eens met de boeterente en stapt naar het Kifid. De geschillencommissie constateert dat de bank op grond van de hypotheekvoorwaarden boeterente in rekening mag brengen en dat de berekening ervan juist is.

Wel vindt de commissie dat de klacht van de huiseigenaar deels gegrond is. De bank heeft in het proces rondom de opeising van het bedrag van de hypothecaire geldlening zijn zorgplicht ten opzichte van de huiseigenaar geschonden. Op zijn beurt kan de huiseigenaar ook enige mate van verwijtbaar handelen worden toegerekend. De commissie maakt daarom een schatting van de schade voor de huiseigenaar op basis van 50%-50%-verdeling. Ook krijgt de huiseigenaar een proceskostenvergoeding.

De uitspraak (nr. 2022-0597) is bindend voor beide partijen en staat op de website van het Kifid.

Bron: Kifid

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Verbintenissenrecht

414

Gerelateerde artikelen