In deze zaak over het overeenkomstenrecht (Boek 7 BW) heeft Rechtbank Amsterdam geoordeeld dat een bedrijf in Apeldoorn ervan uit mocht gaan dat zij en de koper elkaar finale kwijting hadden verleend van hun bedrijventerrein met kantoor en dus geen vordering van de koper meer hoefde te verwachten.
De levering van het bedrijventerrein liep vertraging op, omdat partijen verwikkeld raakten in een discussie over wat ‘leeg en bezemschoon’ betekent. Zij gingen daarop met elkaar in gesprek en de uitkomst daarvan was dat het bedrijf gefixeerde bedragen van € 41.000 aan opruimkosten en € 20.000 aan boeterente aan de koper zou betalen.
Vervolgens hebben zij elkaar in de leveringsakte kwijting verleend. Nu de koper alsnog een schadevergoeding wil, omdat hij volgens hem nog niet alle discussiepunten met de verkoper had afgewikkeld, oordeelt de rechtbank dat hij hier geen recht op heeft op basis van de gevoerde gesprekken en de leveringsakte waarin partijen elkaar kwijting hadden verleend.
Bron: Rechtbank Amsterdam
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Verbintenissenrecht