De tijdelijke intrek van een uitwonende studerende dochter in de ouderlijke woning, komt een in het buitenland werkzame vader duur te staan. De Hoge Raad merkt de dochter aan als een 'derde' waardoor de uitzendregeling niet meer van toepassing is en de woning overgaat naar box 3. Met een beetje pech moet vader bij zijn terugkeer naar Nederland ook nog rekening houden met een eigenwoningreserve. De uitkomst is uitermate zuur, schrijft Edwin Heithuis in zijn BNB-noot bij dit arrest.

Tijdelijke intrek

De studerende dochter is sinds 2010 uitwonend. In afwachting van een stage neemt zij van 10 maart 2014 tot en met 7 mei 2014 haar intrek in de ouderlijke woning. Deze was op dat moment niet bewoond. Al in 2011 werd vader namelijk door zijn werkgever uitgezonden naar het buitenland. Door de uitzendregeling van artikel 3.111 lid 6 Wet IB blijft de woning kwalificeren als eigen woning. De tijdelijke intrek van de studerende dochter gooit echter roet in het eten.

Ter beschikking gesteld aan een derde

Vanaf het moment dat de meerderjarige dochter op kamers is gaan wonen, maakt zij namelijk geen deel meer uit van het huishouden van vader. Haar tijdelijke terugkeer in de ouderlijke woning voor een kleine twee maanden brengt hierin geen verandering. Hof Den Bosch beschouwt de dochter als een derde aan wie de woning tijdelijk ter beschikking is gesteld en de Hoge Raad gaat hierin mee. De uitzendregeling is niet langer van toepassing.

Het resultaat is dat de woning met ingang van 10 maart 2014 naar box 3 verhuist. Dit box 3-verhaal duurt voort totdat vader en moeder in 2017 weer in de woning gaan wonen.

Sneu en uiterst zuur

Op dit arrest is maar één woord van toepassing: sneu! Dat schrijft auteur Heithuis in zijn BNB-noot. Dat de dochter als derde kwalificeert daar valt niets op af te dingen, maar de uitkomst is voor vader uiterst zuur. Doordat de woning pas weer in 2017 is terugverhuisd naar box 1, betaalt vader een hoge fiscale prijs voor de twee maanden bewoning in 2014 door zijn dochter.

Eigenwoningreserve

Volgens Heithuis pakt ook op een ander vlak de goedheid van vader duur voor hem uit. Bij de overgang van de woning in 2014 naar box 3, is bij vader vermoedelijk een eigenwoningreserve ontstaan voor, globaal gezegd, het verschil tussen de waarde van de eigen woning bij de overgang naar box 3 en de eigenwoningschuld.

Of dit inderdaad zo is, hangt wel af van de precieze terugkeer van vader. De eigenwoningreserve blijft namelijk drie jaar staan. Daarna vervalt hij. Als vader vóór 10 maart 2017 weer in de woning is getrokken, moet hij de eigenwoningreserve in mindering brengen op de (fictieve) ‘verwervingsprijs’ van de woning, met als mogelijk gevolg minder renteaftrek in box 1. Dit is het geval als de woning in de tussentijd in waarde is gedaald waardoor de afboeking van de eigenwoningreserve leidt tot een (fictieve) ‘verwervingsprijs’ die minder is dan de stand van de schuld.

Bij een intrek in de woning na 10 maart 2017, heeft vader geen last meer van de eigenwoningreserveregeling. “We mogen voor de vader hopen dat dit laatste het geval is of dat de woning niet in waarde is gedaald,” aldus Heithuis.

Doekje voor het bloeden

De vraag die nog opspeelt is of de in 2017 naar box 1 terugkerende eigenwoningschuld moet voldoen aan de sinds 1 januari 2013 geldende strengere regels voor eigenwoningschulden, zoals bijvoorbeeld de aflossingseis. Heithuis komt tot de conclusie dat dit niet het geval is. Dat is voor vader nog een doekje voor het bloeden.

Een hoge fiscale prijs

“Wat hiervan zij, de uitkomst van deze procedure is en blijft uitermate zuur voor vader,” sluit Heithuis zijn BNB-noot af. “Vader wordt nu fiscaal als het ware ‘gestraft’ voor het feit dat hij zijn dochter heeft willen helpen. Had hij dat niet gedaan, dan was de woning steeds als eigen woning blijven kwalificeren en de (volledige) schuld als eigenwoningschuld, ook gedurende de (volledige) uitzendperiode. Vaderliefde heeft zo wel een erg hoge fiscale prijs!”


------------------------------------------

Lees het hele commentaar in Beslissingen Nederlandse Belastingrechtspraak BNB 2021/40

Bron: Redactie TaxLive

Informatiesoort: Nieuws, Navigatornieuws

Rubriek: Inkomstenbelasting

8

Gerelateerde artikelen