Veehouders kunnen volgens de Hoge Raad de omzetbelasting over opfokkosten (zoals voer, huisvesting en dierenarts en andere verzorgingskosten) tijdens de opfokperiode herzien op het moment dat zij de overstap maken van de (inmiddels afgeschafte) btw-landbouwregeling naar de normale regeling voor de omzetbelasting.

Dat meldt de Vereniging van Accountants- en Belastingadviesbureaus. De Belastingdienst, de rechtbank, het hof en de Advocaat-Generaal gaven de procederende melkveehouder allemaal geen gelijk. De Hoge Raad heeft ABAB Accountants en Adviseurs uiteindelijk gelijk gegeven in een jarenlange procedure. Volgens Bert van den Kerkhof, hoofd belastingadvies bij ABAB, gaat het in totaal om meer dan € 10 miljoen. Hij heeft de procedures gevoerd namens 5 melkveehouders, waarbij het ging om de teruggave van btw op jongvee en melkvee.

Het arrest is goed nieuws voor alle veehouders met gebruiksvee (melkvee en fokzeugen) die op 1 januari 2018 door de afschaffing van de btw-landbouwregeling verplicht van de deze  regeling naar de normale btw-regeling over moesten. Deze (voormalige) 'landbouwregelaars' kunnen op grond van dit arrest alsnog een gedeelte van de omzetbelasting die tijdens de opfokfase is betaald, terugvragen.

In sommige gevallen geldt het arrest ook voor de fruit- en aspergeteelt. Het gaat in deze categorie om de kosten van aanwas tot de productie aanvangt. Volgens Van den Kerkhof moet de rechtsgang wel opengehouden zijn. Dat wil zeggen dat in de definitieve btw-aangifte de teruggaaf voor opfok- of teeltkosten is opgenomen en dat bezwaar is gemaakt tegen een eventuele afwijzing door de Belastingdienst.

Bron: Redactie TaxLive

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Omzetbelasting

Dossiers: Agro

2

Gerelateerde artikelen