Het vermogen van mannen en vrouwen tot de AOW-leeftijd die in 2018 hun partner kwijtraakten, is na de verweduwing ruim anderhalf keer zo groot als ervoor. In doorsnee bedroeg hun vermogen ongeveer 140 duizend euro begin 2019. Dat is meer dan mannen en vrouwen die na de AOW-leeftijd hun partner kwijtraakten. Hun vermogen is juist lager dan voor de verweduwing. Dat blijkt uit CBS-onderzoek naar de financiële gevolgen van verweduwing.
De stijging van het vermogen bij verweduwing onder de AOW-leeftijd komt door de daling van de hypotheekschuld. De meerderheid (70 procent) van de verweduwden tot AOW-leeftijd heeft een eigen woning waar voor de verweduwing meestal een hypotheekschuld op rust. Aan de meeste hypotheken is een overlijdensrisicoverzekering gekoppeld, die na het overlijden van de partner ingezet kan worden om de hypotheek (deels) af te lossen. Daarmee neemt de hypotheekschuld sterk af en het vermogen per saldo toe.
In 2018 raakten bijna 50 duizend mensen in particuliere huishoudens hun huwelijks- of geregistreerde partner kwijt. Twee derde van hen was vrouw. Elf duizend mensen verloren hun partner voordat ze zelf de AOW-leeftijd bereikt hadden, 37 duizend waren ouder.
Vermogen slinkt bij verweduwing na AOW-leeftijd
Verweduwing na de AOW-leeftijd gaat, anders dan ervoor, gepaard met een daling van het vermogen. Deze vermogensachteruitgang is vooral terug te voeren op een daling van de bank- en spaartegoeden. Die daling overtreft de geslonken hypotheekschuld. Weliswaar neemt de hypotheekschuld af, maar omdat een overlijdensrisicoverzekering tot een maximumleeftijd uitkeert (meestal bij overlijden tussen 70 en 80 jaar) is de afname vergeleken met jonger verweduwden klein.
De krimp in de spaarpot komt doordat oudere verweduwden vaker dan jongere erfbelasting betalen (32 tegen 20 procent). Ouderen hebben meer vermogen en vallen dus eerder boven het voor belasting vrijgestelde erfbedrag.
Nabestaandenpensioen
Het merendeel van de mannen die voor de AOW-leeftijd weduwnaar werden, haalde zowel voor als na verweduwing hun inkomen voornamelijk uit werk. Het aandeel pensioenontvangers nam na verweduwing toe, maar veel minder sterk dan bij vrouwen die voor de AOW-leeftijd hun partner verloren.
De groei van het aandeel pensioenontvangers bij vrouwen komt vooral door de belangrijke rol die het nabestaandenpensioen na verweduwing speelt. Bij een derde van de vrouwen die voor de vroeg-verweduwing voornamelijk inkomsten uit werk hebben, is erna het pensioeninkomen hoger dan die inkomsten. Ook voor het merendeel van de uitkeringsontvangers en van de vrouwen die geen inkomen hadden, is pensioeninkomen na verweduwing de belangrijkste inkomstenbron.
Mensen die na de AOW-leeftijd hun partner verloren, hadden zowel voor als na de verweduwing in 2018 vrijwel allemaal (circa 98 procent) een pensioenuitkering als belangrijkste inkomstenbron.
Bron: CBS
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Pensioenen, Huwelijksvermogensrecht